zaterdag 1 augustus 2020


Hoe Amstel uit Witmarsum verdween

Het is alweer heel wat jaren geleden dat een zekere Johannes met zijn vrouw in Witmarsum woonden. Er zijn eigenlijk geen Witmarsummers die weten dat deze Johannes hier gewoond heeft. Ik kwam er bij toeval achter. Maar ja dat bijna niemand het weet is eigenlijk ook geen wonder, want het is en blijft een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het dorp Witmarsum. Een episode die iedereen vanwege de schaamte zo snel mogelijk wilde vergeten

Johannes en zijn vrouw woonden toentertijd, we spreken nu over 1870, aan de zogenaamde Oude Weg. Hij bleek (achteraf) een pionier te zijn op het gebied van het brouwen van pilsener en later bockbier. Hij bestierde een kleine brouwerij, mar ergens leefde in hem de droom om ook eens iets anders of iets nieuws te maken. Zo was hij al jaren aan het experimenteren met allerlei mouten. Tot op een goede, maar naar later bleek een kwade, dag hij een brouwsel brouwde wat uniek was in zijn soort. Samen met zijn vriend Charles, die in Amsterdam een kleine brouwerij bezat, vroegen en kregen ze octrooi. Omdat het een stevig biertje was noemde ze het Bockbier.
Maar dat betekende dat hij moest uitbreiden en volgens de zgn. Duitse methode wilde gaan werken. In Duitsland immers woonden de echte vaklui. Hij moest dus personeel uit Duitsland gaan halen wilde hij de kwaliteit van zijn nieuwe vinding garanderen.

Hij vertelde het grote nieuws aan de dorpsraad (tegenwoordig zou men dorpsbelang zeggen) en ontvouwde zijn plannen. De dorpsraad was enthousiast, want het was immers een boost voor de lokale economie en zou het dorp op de kaart zetten. Maar de bewoners aan de Oude Weg waren iets minder enthousiast. Zij zagen allerlei bezwaren zoals en wenden zich tot de Grietman van de toenmalige gemeente Wûnseradiel. Maar men vond geen gehoor bij de Grietman. Naast het feit dat hij grote kansen zag voor de Witmarsummer economie, was de goede man ook een ontzettend liefhebber van Johannes zijn bier.

Johannes kon dus verder gaan met zijn plannen, maar wilde ook de vrede met zijn buurtgenoten bewaren. Daarom stelde hij een compromis voor. De ene helft van het personeel zou hij uit Duitsland halen en de andere helft zouden Witmarsummers zijn. Een bijkomend voordeel was dat dezen het vak van brouwer konden leren van vaklui. Het overgrote deel van de bewoners aan de Oude Weg vonden dit een uitstekend idee en trokken hun bezwaren in.

Maar niet iedereen. Er bleven toch een paar faliekant tegen. En al hadden zij dan ook geen poot om op te staan, toch bleef men Johannes dwars zitten. Zo vond men het nodig om regelmatig de veldwachter te instrueren om naar de brouwerij te gaan omdat men dacht iets verdachts te hebben gezien. Toen deze acties maar bleven doorgaan had Johannes zijn vriend en kompaan Charles al eens aangeboden om naar Amsterdam te komen en daar samen met hem het bier verder te exploiteren. In eerste instantie wilden Johannes en zijn vrouw hier niets van weten, maar toen de nare acties bleven doorgaan besloten zij om het aanbod van Charles aan te nemen en naar Amsterdam te verkassen. Toen hij dat bekend maakte aan de Witmarsummers schrokken de mensen. Hoe was dit mogelijk? Kon dit niet anders? Maar het besluit was gevallen en Johannes en zijn vrouw vertrokken naar Amsterdam.

En in de brouwerij aan de Amstel ontwikkelden Charles en Johannes een bier imperium met hun merk Amstel. Daarom zal de dag dat Johannes met zijn merk Amstel uit Witmarsum verdween altijd een zwarte bladzijde blijven. Gelukkig dat zo iets tegenwoordig niet meer kan gebeuren………