dinsdag 19 mei 2020


Fryslân’s soan 10 -  Jan mei de pet

Het slotlied uit het programma ‘Fryslân’s soan’ over leven werk van Pieter Jelles Troelstra. De strijd gaat nog steeds verder. Want nog te vaak krijgen minder bedeelden klappen als er bezuinigd moet worden. Of vliegen zij er als eersten er uit als er ontslagen vallen. Daarom is de arbeidersstrijd een structurele strijd om dat soort van onrecht tegen te gaan. Jan met de pet is nog te vaak de dupe en het slachtoffer! Daar moet tegen gestreden worden, of zoals Pieter Jelles dat zelf zei: Ik moet! Het is mijn roeping!”
Je kunt ‘Jan mei de pet’ beluisteren en/of downloaden via: https://youtu.be/VkFt25GfRnU

Alle liedjes van ‘Fryslân’s soan’ kun je vinden op youtube:
Jan mei de pet - https://youtu.be/VkFt25GfRnU

De Wim Beckers Groep bestond uit:
Marijke Veenstra: zang
Wim Beckers: zang en gitaar
Cees Bouma: bayan, accordeon, banjo en gitaar
Bart Wijnen: fluiten
Jan Ottevanger: basgitaar en tuba


Gastspeler: Ritske Tjallingii: cello
 Productie: Nanne Kalma en de band
Techniek: Joop van der Linden Face Sound Lemmer
Distributie: Wobbe van Seyen Universe Productions Ljouwert
Hoesontwerp: Marja Dijkstra
Foto’s Wim Beckers Groep: Evert Bruinsma

Ter nagedachtenis aan Bart Wijnen (13/2/1957 – 31/8/2015)


Geraadpleegd:
-       Pieter Jelles Troelstra – Het leven van een strijder (Pieter Terpstra)
-       Mijn vader Pieter Jelles (Jelle Troelstra)
-       Documentaire over de vergissing van Troelstra (Andere Tijden)
-       FLMD Leeuwarden (diverse bronnen)
-       Fryslan’s soan – LP/CD (Wim Beckers Groep)

zaterdag 16 mei 2020


Fryslân’s soan 9 -  Tinkskriften

Na zijn afscheid op 19 september 1925 van de actieve politiek ging Pieter Jelles niet op zijn lauweren rusten, maar besloot zijn memoires te gaan schrijven. Hij kreeg daar hulp bij van Wiardi Beckman. Hij noemde zijn memoires Gedenkschriften (Tinkskriften).
Het bevatte een viertal boeken, Wording (1860-1890), Groei (1892-1905), Branding (1905-1914) en Storm (1915-1930).

Wording: In dit eerste boek zegt hij dat hij de behoefte voelt om zijn zelfbezinning en innerlijke wording te gaan onderzoeken. En zo beschrijft hij zijn jeugd, opleiding, studentenleven, karaktervorming, huwelijk en tot slot zijn levenskeuzes.

Groei: Beschrijft de keuze die Pieter Jelles maakt om samen met elf andere geestverwanten de SDAP op te richten, zich daar mee losmakend van Domela Nieuwenhuis. Eveneens aandacht voor de bekende Hogerhuis zaak waar drie broers ten onrechte werden veroordeeld en die door Pieter Jelles werden verdedigd. Maar ook zijn intrede in de Tweede Kamer en de groei die hij en de partij doormaakten.


Branding: Dit deel beschrijft de dreiging van de Eerste Wereldoorlog waardoor menig internationaal ideaal ter discussie kwam te staan of teniet werd gedaan. Het internationaal socialisme stond onder grote druk. Maar ook is er aandacht voor het privé leven van Pieter Jelles, waar in hij o.a. verteld dat zijn eerste vrouw wegens ziekte een tijdje opgenomen is geweest, waarbij de beide kinderen, Dieuwke en Jelle,  een tijdje elders verbleven.
De wereld bevond zich in een branding.

Storm: De door Troelstra uitgeroepen revolutie was ogenschijnlijk op niets uitgelopen, maar had wel degelijk zijn uitwerking voor het politieke landschap van toen. Zo ging de regering het algemeen vrouwenkiesrecht invoeren en werden er meerdere sociale wetten aangenomen. Niet dat men overtuigd was van nut en noodzaak, maar eigenlijk ingegeven door de angst dat anders de monarchie en bestaande machtsverhoudingen wederom onder spanning zouden komen te staan. Het laatste gedeelte is geschreven door de eerder genoemde Wiardi Beckman . Pieter Jelles Troelstra overleed op 12 mei 1930.

Het lied ‘Tinkskriften’  kun je beluisteren en downloaden via: https://youtu.be/hP5NqN5znEY

Wordt vervolgd: dinsdag 19 mei met de laatste aflevering – Jan mei de pet

donderdag 14 mei 2020


Fryslân’s soan 8 -  De revolutie! In de herfst van 1918 heerst er chaos in heel Europa. In de oorlog zijn miljoenen doden gevallen. En terwijl de regeringen vredesonderhandelingen voeren, gaan overal de massa’s de straat op: ze hebben honger en eisen genoegdoening voor de ellende van de afgelopen jaren. Vooral in de Habsburgse monarchie en het Duitse Rijk, de grote verliezers in de oorlog, is de onrust groot. Maar ook in landen als België en Engeland zijn er rellen. En aan Nederland, dat als neutraal land niet aan de gevechtshandelingen meedeed, gaat de onrustige stemming evenmin voorbij. Nederland is ondergedompeld in malaise. Er heerst grote werkloosheid en een enorm tekort aan levensmiddelen. In de grote steden wordt honger geleden. Tot overmaat van ramp waart de Spaanse griep rond die duizenden slachtoffers vergt. Door de prijsopdrijving van voedingsmiddelen en andere primaire levensbehoeften was het besteedbaar inkomen van de mensen onderin de samenleving volledig uitgehold. En in die jaren was bijvoorbeeld gedwongen huisuitzetting van mensen die de huren niet konden betalen aan de orde van de dag. En waar honger en onvrede heersen, ligt de revolutie op de loer. Dat was in 1917 al gebeurd in Rusland, in de herfst van 1918 gebeurt het in Duitsland, en even denkt men dat het ook in Nederland gaat gebeuren. 


Troelstra meende dat de socialistische revolutie ook in Nederland kon plaatsvinden, daar er veel onrust in de politiek bestond. Hierin vergiste hij zich. Weliswaar was er commotie rondom de persoon van generaal Snijders, maar dit had niet het karakter van een constitutionele crisis. Door een gebrek aan organisatie en doordat er al vrij snel een tegenbeweging ontstond die wel goed georganiseerd was, liep de poging tot revolutie met een sisser af. Dit wordt de Vergissing van Troelstra genoemd. De naam is ontleend aan de essentiële rol die Pieter Jelles Troelstra tijdens de poging tot revolutie speelde. De poging duurde bijna een week, van 9 november tot 14 november, die destijds De Roode Week werd genoemd. Maar was alles dan voor niets geweest? Nee zeker niet, want er was zeker een stuk bewustwording ontstaan. Bovendien was het voor de zittende (conservatieve) regering reden om o.a. het geëiste vrouwenkiesrecht en andere sociale wetten in te voeren. Het lied ‘Revolúsje’ kun je beluisteren en downloaden via: https://youtu.be/N1GwyEIEBzc
 Wordt vervolgd: zondag 17 mei de volgende aflevering – Tinkskriften

dinsdag 12 mei 2020


Fryslân’s soan 7 -  Nienke fan Hichtum

Sjoukje Bokma de Boer, geboren op 13 februari 1860, was de vijfde en jongste dochter van Albertus Minderts Bokma de Boer en Dieuwke Jans Klaasesz. Bokma de Boer was een vrijzinnig predikant. Van haar vader erfde Sjoukje haar talent om verhalen te vertellen.
Het lied ‘Nynke fan Hichtum’ kun je beluisteren en downloaden via: https://youtu.be/kojNRP9zJPw
In 1885 verloofde Sjoukje Bokma de Boer zich met Pieter Jelles Troelstra, die in Groningen rechten studeerde. Ze trouwden in 1888 en kregen twee kinderen, Dieuwke en Jelle. Troelstra werkte mee aan de oprichting van een Fries literair tijdschrift, For hûs en hiem, waaraan ook Sjoukje meewerkte. Ze verzorgde onder andere de kinderrubriek. Als pseudoniem gebruikte ze de naam ‘Nienke van Hichtum’. ‘Nienke’ was vermoedelijk afgeleid van een vrouw die vroeger aan Sjoukje verhalen had verteld. Waarschijnlijk is: ‘Van Hichtum’ afgeleid van het gelijknamige dorpje ten noorden van Bolsward. Troelstra zelf wilde graag een belangrijk Fries dichter worden en werd hierin gesteund door Sjoukje. Al snel echter werd Troelstra gegrepen door de politiek en sloot hij zich aan bij de Socialistische Beweging. Ook Sjoukje was door de tijdgeest gegrepen en omarmde de principes van de beweging.
Troelstra raakte echter meer en meer betrokken bij de politiek en vond dat zijn vrouw thuis moest blijven om voor de kinderen te zorgen. Zij zag met lede ogen dat haar opgebouwde zelfstandigheid en eigen creativiteit afbrokkelde. Ook het gezinsinkomen ging achteruit en tussen 1891 en 1897 hadden de Troelstra’s moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. In dat laatste jaar werd Pieter Jelles Troelstra lid van de Tweede Kamer voor het kiesdistrict Tietjerksteradeel Sjoukje bleef schrijven en probeerde met de kinderboeken en journalistiek werk het inkomen aan te vullen. In 1900 ging Troelstra vanwege de Hogerhuis affaire een maand de gevangenis in. In die tijd schreef Sjoukje Afke's Tiental over een familie van straatarme landarbeiders. Het zou haar wereldberoemd maken.
Bokma de Boer bleef ondanks haar kwakkelende gezondheid en haar drukke huishouden trouw aan het socialisme. Ze werkte mee aan het socialistische dagblad Het Volk en recenseerde kinderboeken voor Het Kind. Voor haar gezondheid verbleef Sjoukje voor langere tijd in het buitenland. In 1906 werd Pieter Jelles na de dood van zijn vader, directeur van de verzekeringsmaatschappij Neerlandia. In die tijd kreeg Troelstra ook een relatie met de huishoudster van het gezin. Uiteindelijk leidde dit alles tot een scheiding in 1907 tussen Sjoukje en Pieter Jelles.
Sjoukje Bokma de Boer leed zwaar onder de scheiding, maar met behulp van haar zoon Jelle wist zij de crisis te overwinnen. Hoewel ze niet deelnam aan de vrouwenstrijd of op een andere manier op de barricade stond, bleef ze het socialisme trouw. Ze overleed in 1939.
Wordt vervolgd: vrijdag 15 mei de volgende aflevering – De revolúsje!

zondag 10 mei 2020


Fryslân’s soan 6 -  De 12 apostels

Pieter Jelles Troelstra ging zich als advocaat steeds meer inzetten voor arbeiders die onrecht werd aangedaan. Dat deze zaken weinig of geen inkomsten opleverden deerde hem niet: Ik moet! Het is mijn roeping! Zoals hij tegen zijn vader had gezegd.
Pieter Jelles had in Leeuwarden een contract gesloten met de jonge socialistische advocaat Bleckman. Deze stelde voor het advocatenkantoor te verhuizen naar Amsterdam. Troelstra voelde daar wel voor omdat men hem in Friesland steeds meer dwars ging zitten.
En zo vertrok hij in 1893 vol goede moed en strijdlust naar Amsterdam. De dichter in hem was al gezwegen, de strijder vocht niet meer voor de volkstaal, mar voor de verheffing van een miljoen tellende volksklasse. Uit een provincie met wijde verten kwamen Pieter Jelles en zijn gezin in een stad met oude, statige huizen en grachten, waar de weelde door een klein gedeelte gekend was, maar het grootste deel van de bevolking vaak onder erbarmelijke omstandigheden moet leven en werken.

Een andere grote naam binnen de socialistische beweging van toen was Ferdinand Domela Nieuwenhuis. Deze voormalige predikant kon bulderend het grootkapitaal verfoeien. Liefkozend werd hij in Friesland ‘ús ferlosser’ genoemd. Domela was de voorman van de Sociaal-Democratische Bond (SDB). Dat was ook de partij waar Pieter Jelles zich in eerste instantie aangetrokken toe voelde. Echter mede omdat Domela steeds verder de anarchistische kant uit ging, besloten een twaalftal heren, men noemde ze de twaalf apostelen, een andere weg te kiezen.

Deze twaalf apostelen waren de oprichters van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). De SDAP was een Nederlandse politieke partij van voor, tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog. De SDAP werd op 26 augustus 1894 opgericht in Zwolle als alternatief voor de Sociaal-Democratische Bond (SDB) van Domela Nieuwenhuis.
Het lied ’12 apostelen’ is te beluisteren en te downloaden via: https://youtu.be/xmKAqoOgi5I


Wordt vervolgd: woensdag 12 mei de volgende aflevering – Nynke fan Hichtum


vrijdag 8 mei 2020


Fryslân’s soan 5 -  De brek

Vader Jelle had hele duidelijke plannen met zijn zoon. Maar Pieter Jelles ging zijn eigen weg. Hij stortte zich volledig op de Friese literatuur en verbleef in kringen van o.a. de eerder genoemde Oebele Stellingwerf, die absoluut niet in de toekomstvisie van vader Jelle pasten.
Veel meer was er al door vader Jelle een pad geëffend voor zijn zoon bij de belastingen en in de eigen verzekeringsmaatschappij ‘Neerlandia’.
Maar hier zou niets van terecht komen, sterker nog, het kwam tot een breuk (brek) tussen vader en zoon.
De directe aanleiding was de Dag van de Arbeid (1 mei viering) in 1889. Deze zou ook voor het eerst in Leeuwarden georganiseerd worden, wat een grote onrust veroorzaakte onder de bourgeoisie, waar ook vader Jelle bij hoorde.

Pieter Jelles bezocht de meeting en was diep onder de indruk: zijn hart was bij deze mensen met hun socialistische overtuigingen! Bij thuiskomst kon hij zijn enthousiasme niet onder tafel en stoelen steken en zei tegen zijn vader dat de meeting een groot succes was geweest en gaf ook ironisch aan dat de bange burgerij zich voor niets zorgen had gemaakt. Vader Jelle kon het niet laten om een denigrerende opmerking over de meeting en zijn deelnemers te plaatsen, die het bloed van zijn zoon deed koken. Het ging hard tegen hard waarbij vader Jelle zijn zoon verweet dat hij sympathiseerde met de socialisten, de opstandelingen. Aan de andere kant kreeg vader Jelle van zijn zoon een groot aantal schimpscheuten over de upper-class om zijn oren. Waarop vader Jelle zijn zoon toebeet dat hij zijn gezin verwaarloosde en de kansen die hem geboden werden verwierp. “Ik zal je onterven!!” schreeuwde hij ten einde raad. Het scheelde niet veel of vader Jelle had zijn zoon in zijn dolle drift zijn zoon aangevallen.
Toen beiden weer wat gekalmeerd waren zei Pieter Jelles: “Ons ongeluk is dat wij teveel met elkaar gemeen hebben. Als ik jong was geweest in uw tijd dan zou ik liberaal geworden zijn. Als u jong was geweest in mijn tijd, dan had de kans bestaan dat u zich aan de kant van de arbeiders had geschaard. Denk niet, vader, dat ik die zaak ooit ontrouw zal worden. Ik moet! Het is mijn roeping!” De breuk tussen vader en zoon was een feit.

Het lied De brek kun je beluisteren en downloaden via: https://youtu.be/2XmPE7444ww

Wordt vervolgd: maandag 11 mei de volgende aflevering – De 12 apostels

woensdag 6 mei 2020


Fryslân’s soan 4 -  Alde Foekje fan Heech

Pieter Jelles had in Stiens kennis gemaakt met de Friese taal. Zij gevoel voor het Fries en daar daadwerkelijk iets mee te gaan doen werd versterkt toen hij Onno Sytstra, een jonge onderwijzer, leerde kennen. Onno was de zoon van Harmen Sytstra, ook onderwijzer, die zich had ingezet voor de Friese taal en literatuur. Deze man was een zeer strijdbare man geweest en was één van de oprichters van het Frysk Selskip voor Fryske taal en skriftkennis.

Hij werd als schrijver en dichter zeer gewaardeerd. Zijn werk steeg hoog boven de middelmaat uit, maar was wel volksaardig. Deze man sprak Troelstra sterk tot zijn verbeelding. Sytstra’s zoon Onno trad in zijn vaders voetsporen, maar kon niet het niveau van zijn vader behalen. Zowel Onno alsook Pieter Jelles schreven beiden gedichten en lazen die aan elkaar voor.
Beide jongelingen waren allesbehalve tevreden met het peil van de Friese literatuur en besloten daarom een dichtbundel uit te geven die de titel ‘It Jonge Fryslân’ moes krijgen. Ook andere jongeren moesten daar aan meewerken. Zo kwam Pieter Jelles in contact met Oebele Stellingwerf, die ook een gedreven strijder was voor sociale gerechtigheid, algemeen kiesrecht, geheelonthouding en antimilitarisme.
Ook sloot o.a. de later zeer bekende schrijver Tjalling Eeltjes Halbertsma zich bij hen aan. De uitgave van de dichtbundel werd verwezenlijkt.



Pieter Jelles bestede nu al zijn tijd aan de Friese cultuur en aan zijn eigen dichtwerk. Dit resulteerde in de publicatie van zijn gedichten in verschillende bladen.
In 1881 begon hij ook Friese voordracht avonden te verzorgen. Hij noemde dit ‘Simmerjûnenocht’. Een soort tegenhanger van Waling Dijkstra zijn ‘Winterjûnenocht’.
Voor de pauze werden er gedichten voorgedragen en na de pauze betrad Pieter Jelles als Alde Foekje fan Heech het podium. Met de waarzeggerij van zijn alter-ego Foekje had hij veel succes. Hij kleedde zich in vrouwenkleren, meestal Fries kostuum, en voorspelde in de dorpsherbergen aan jonge vrouwen hun toekomst nadat hij de lijnen in hun handen uitgebreid had bekeken. Vooral de mooiste meisjes trokken zijn aandacht.
Maar hij schoot ook wel eens een bok toen hij één van de dames waaraan niet te zien was dat ze al lang getrouwd was, een zeer kinderrijk huwelijk voorspelde. Echter de vrouw was al jaren getrouwd en wachtte al jaren tevergeefs op kinderen.
Maar ook gebeurde het dat hij de toekomst een handje hielp. Dan zei hij tegen een meisje dat ze die avond nog een vrijer aan de deur kon verwachten. Een voorspelling die uitkwam omdat hij die zelf uit liet komen.

Link lied 'Alde Foekje fan Heech': https://youtu.be/To2QXBIjavY

Wordt vervolgd : zaterdag 9 mei de volgende aflevering – De brek

maandag 4 mei 2020


Fryslân’s soan 3 -  Unbesoarge

Pieter Jelles Troelstra werd geboren op 20 april 1860 in Leeuwarden als zoon van Jelle Troelstra en Grietje Landmeter. Het gezin behoorde toentertijd zeker tot de midden- zo niet tot de hogere klasse. Vader Jelle was een man die zichzelf ontwikkelde en het tot ontvanger van de belastingen bracht. Het gezin kende zeker geen armoede. Vader Jelle was een vooraanstaand liberaal, lid van de gemeenteraad, wethouder en lid van de provinciale staten. Daarnaast schreef hij in Friese kranten en tijdschriften en publiceerde gedichten in de Friese taal. Moeder Grietje was een opgewekte en intelligente vrouw, maar lichamelijk was zij zwak. Zij is dan ook maar 34 jaar oud geworden.

Toen Pieter Jelles 9 jaar was verhuisde het gezin naar Stiens waar zijn vader een nieuwe baan had gekregen bij de belastingen. Als stadsjongen moest Pieter Jelles zijn uiterste best doen om er bij te mogen horen. Hij leerde daar een heel andere wereld kennen. Deze wereld bestond uit weidse landen waar je heerlijk kon dwalen; het echte plattelandsleven. En Pieter Jelles maakte zich er het Fries zich snel eigen en ging Friese boeken lezen.
Maar hij nam ook voor het eerst in zijn leven de schrijnende tegenstellingen tussen de standen waar (boer – arbeiders).
Hij sloot zich aan bij de dorpsjongens die in het voorjaar over de sloten sprongen en eieren zochten. Hij haalde kattenkwaad uit en kreeg vaak van zijn strenge vader een pak slaag. Al met al was zijn Stienser tijd een onbezorgde tijd.
Met één zware schaduw, namelijk het overlijden van zijn moeder in 1871, die leed aan tuberculose.
In 1875 moest het gezin vanwege het werk van vader Jelle weer in Leeuwarden wonen. Na zeven jaar verliet Pieter Jelles Stiens, jaren waarin hij veel indrukken opdeed en die veel invloed op de vorming van zijn persoonlijkheid hebben gehad.
Het lied Unbesoarge kun je hier beluisteren en downloaden: https://youtu.be/mv92czLBVFA

Wordt vervolgd: donderdag 7 mei de volgende aflevering – Alde Foekje fan Heech

zaterdag 2 mei 2020


Fryslân’s soan 2 -  Arbeider anno 1860

Pieter Jelles Troelstra werd geboren op 20 april 1860 in Leeuwarden. Het gezin Troesltra behoorde toentertijd zeker tot de midden- zo niet tot de hogere klasse toentertijd.

Rondom 1860 zet de industrialisatie in Nederland eindelijk door. Met deze ontwikkeling groeide het aantal verpauperde arbeiders, dus ook kinderen, en de sloppenwijken. Deze ontwikkelingen zorgden voor nieuwe reacties op armoede. De liberalen wilden af van de beperkingen die de economie teveel regelden: een vrije markt zou de economie ten goede komen en vervolgens het probleem van de armoede oplossen. Dit bleek niet te werken. De rijken verrijkten zichzelf en in het bijzonder de rijke industriëlen hadden belang bij werknemers die niet teveel eisen konden stellen.

In de steden woonden de arme families in de stinkende sloppen vol ongedierte. De open riolen veroorzaakten regelmatige uitbraken van cholera-epidemieën. De rijken kwamen niet in deze achterafbuurten en wisten niet veelal hoe erg het was. De meesten hadden daar ook geen behoefte aan. Armoede was nu eenmaal een onderdeel van het leven en de armen moesten hun plek kennen en verder hun mond houden.



Datzelfde gold voor arbeiders die op het platteland woonden. Wat te denken aan de veenkolonies waar arbeiders min of meer als slaven geketend waren aan de veenbazen. Men kon geen kant op en had zeker geen uitzicht op een beter bestaan.

Werkgevers die zich wel iets aantrokken van de armoedige omstandigheden van hun arbeiders, deden dat meestal uit praktische overwegingen. Sommige bedrijven bouwden voor hun personeel huizen met lage huren in de buurt van de fabriek. Betere huisvesting hield de arbeiders gezond en daarnaast konden ze in de gaten worden gehouden.

Armoede moest dus in zekere maten beteugeld worden maar vooral om de economie draaiende te houden. Dit was tegen het zere been van de Socialisten. Zij wilden geen liefdadigheid of paternalistische werkgevers maar banen voor de arbeiders. Zij kregen aan het eind van de 19e eeuw steeds meer aanhangers. Zij hadden ook kritiek op de religieuze armenzorg vanwege de betutteling van de armen.

Pieter Jelles werd kortom geboren in een tijd met veel armoede onder arbeiders: keihard werken, lage lonen, geen rechten enkel plichten, grote gezinnen, uitzichtloosheid, drankmisbruik, gedwongen winkelnering en ga zo maar door.
Als arbeider anno 1860 leefde je om te werken en te doen wat je werd gezegd.
Lied 'Arbeider anno 1860': https://youtu.be/KN4_cI79rsk

Wordt vervolgd: dinsdag 5 mei de volgende aflevering – Unbesoarge

vrijdag 1 mei 2020


Fryslân’s soan 1 -  Inleiding

Het is niet voor niets dat vandaag op de 1ste mei, de dag van de arbeid, de eerste aflevering  van het liedjesprogramma ‘Fryslân’s soan’ online komt. Maar laten we eerst eens beginnen hoe ik op het idee kwam en wie nu eigenlijk de bedenkers en uitvoerders zijn.

Een tijdje geleden bestelde iemand bij mij de CD “Fryslân’s soan” van de Wim Beckers Groep. Op deze, in 1987, uitgebrachte LP en CD staan ook de liedjes uit het programma “Fryslân’s soan”, over leven en werk van de Friese dichter en staatsman Pieter Jelles Troelstra. Normaal gesproken beluister ik eigenlijk zelden of nooit mijn eigen uitgebrachte muziek, maar deze liedjes had ik een hele tijd al niet gehoord. Al luisterend kwam ik op het idee om een serie blogs te schrijven over dat programma met een viseo er bij van de liedjes. Eigenlijk het toenmalige programma opnieuw uitvoeren, alleen nu digitaal. Zo gezegd en zo gedaan. In deze eerste aflevering een korte beschrijving over de Wim Beckers Groep.

In 1981 maakte ik mijn debuut als Fries(talig) volkzanger op het folkfestivial 'Frentsjip' te Franeker. De reacties waren dusdanig positief dat ik besloot door te gaan op het ingeslagen pad van de Friestalige volksmuziek en het top-40 werk, waar in ik tot dan aan toe actief was geweest, vaarwel te zeggen.
Spoedig maakte ik kennis met accordeonist, gitarist en banjospeler Cees Bouma uit Leeuwarden. Als duo trokken wij door de provincie, maakten radio opnames bij Omrop Fryslân en traden op op diverse festivals. Eén van die festivals was het Straatfestival te Leeuwarden. In juli 1982 vroeg dwarsfluitist Bart Wijnen, eveneens afkomstig uit Leeuwarden, of hij eens mee mocht spelen. Deze samenwerking beviel zo goed, dat besloten werd gedrieën door te gaan.


Het aantal optredens groeide gestaag, zeker toen bijna geheel Nederland tegen de kernbewapening demonstreerde. Het repertoire van ons drieën sloot naadloos aan bij deze onlust gevoelens. Dat het ons voor de wind ging, werd ook opgemerkt door platenmaatschappij Universe van Wobbe van Seyen. Deze bracht in 1983 de eerste LP, onder de titel Bart, Wim & Cees op de markt. De recensies waren prima en de verkoop verliep goed, zeker door de vele optredens die wij afwerkten.

Maar de aspiraties gingen verder. Vooral vocaal wilden we de mogelijkheden verder uitbouwen en werd Marijke Feenstra (geboren en getogen in Witmarsum) gevraagd om zich bij ons te voegen. Onze stemmen pasten prima bij elkaar. Maar ook muzikaal werd er verder gebouwd. Met de komst van Jan Ottevanger als bassist/tubabespeler, was de Wim Beckers Groep pas echt compleet
Er werd ook een begin gemaakt met een liedjes programma, thematisch ditmaal. Hoofdpersoon was Pieter Jelles Troelstra, Fries dichter en staatsman met een enerverend leven wat genoeg inspiratie boven bracht om een programma van te maken. Ik was niet alleen van huis uit (ik kom uit een zgn. rood gezin) in de ban geraakt door de persoon van Troelstra, maar ook door het toneelstuk ‘Triljende ierde’ waar de Friese acteur Freak Smink een onvergetelijke Troelstra neerzette. De teksten waren van mij, terwijl Cees, Bart en ik gedrieën voor de muziek tekenden, wat overigens ook al bij de eerste LP het geval was geweest. Let vooral eens op de schitterende arrangementen die Cees en Bart schreven!

Ook dit programma werd op LP uitgebracht en wel in 1987. Op 9 januari 1988 maakt de groep zijn tv-debuut bij de NCRV. Omdat het uitkomen van deze LP samen viel met de opkomst van de CD, werd de LP in 1993 ook op CD uitgebracht
Het uitkomen van deze CD was tevens de afsluiting en het einde van één van Frieslands bekendste folkbands. De Wim Beckers Groep had meer dan 10 jaar diverse podia in binnen en buitenland (o.a. Denemarken) afgereisd. Wat rest zijn goede herinneringen waarvan 2 LP's en 2 CD’s de getuigen van zijn.
Om alvast in de stemming te komen een korte samenvatting, zeg maar kakafonie van de liedjes uit het programma. Maar wees gerust in de volgende 9 afleveringen kun je alle leidjes apart beluisteren en downloaden als je dat wilt. https://youtu.be/49PKsVvxrVQ

Ter nagedachtenis aan Bart Wijnen (13/2/1957 – 31/8/2015)

Wordt vervolgd: zondag 3 mei de volgende aflevering: Arbeider anno 1860