dinsdag 21 november 2023

 
Let it go, lit it los en lit it gean!

Lêst siet ik wat âlde foto-albums troch te blêdzjen. Ik bedoel fansels foto-albums dy’t je noch echt beet pakke kinne. Wêr foto’s nei ferrin fan tiid troch it drûgjen fan de lym harren langsum mar seker losmeitsje fan it papier. Sa’n album dus.

Ik kaam in foto tsjin fan myn legere skoalle tiid. Foar de jongeren ûnder ús de basisskoalle fan no wie eartiids de legere skoalle en der wie in aparte beukerskoalle. Dizze foto sil om en de bij yn 1965 makke wêze tink ik. Der wie in âlderjûn organisearre en om dat wat ekstra kasjet te jaan hie men betocht dat mar yn it (al lang ôfbrutsen) doarpshûs by it sportfjild te dwaan. Op in pear âlde skammels waarden in tal lange planken lein en it toaniel wie klear. Niks gjin lûd en niks gjin ljocht, yn it doarpshûs fan Arum hoegde dat net.

Us klasse moast yts foardrage of sjonge. Mar wat it ek mar wie, wy wienen hartstikke senuweftich en stienen lykas de planken fan it toaniel, al leinen dy,stiif tsjin mekoar oan. Krekt as wy mekoar stypje woenen of taflecht sochten by mekoar. Kwa show wie it yn elk gefal neat, want it ienige wat beweegde wienen ús mûlen. No ja miskien ek noch ús hannen dy’t trillen fan de senuwen mar dat wie it dan wol.

Op de foto flnr: Hittie Sieswerda,  Anneke Alberda, Folkert Huizinga, Wim Beckers en Klaas Zijlstra


Ik moast yn elk gefal myn sneinske klean oan ha (ynklusyf strik), want dat hearde sa neffens myn mem. Eartiids hie men sneinske klean, want op sneins moasten jo fansels kreas foar it ljocht komme. Net dat it noflik siet, mar je dienen dat gewoan omdat jins âlders dat fûnen. Nee sneinske klean sieten stiif en mochten seker net smoarch wurde. Ik ha der ien of oare foby oan oerholden wat strikken oanbelanget. Ik ha noch twa kear dêrnei in strik om hân. De lêste kear doe’t it teäter yn Snits iepene waard. It wie dat myn buorfrou wist hoe’t se in strik strikke moast, oars hie it neat wurden.

Mar wêrom nei ús bjusterbaarlik optreden yn it doarpshûs. Ik moast hjir oan tinke doe’t ik okkerdeis yn de sjuery siet fan de ‘Makkumer Voorleeswedstrijd’ foar basisskoallen. It gemak wêrmei de measte bern harren ferhaal nei foaren brochten, respekt! Ik seach dy frijheid ek al by myn eigen bern, mar noch mear bij myn lytsbern. Seker doe’t it jongste bernsbern fan 3 jier okkerdeis yn in boarterstún mei útset lûd it liet ‘Let it go’ út de Disneyfilm Frozen nei foaren brocht, kompleet mei gebearen dy’t dêr by hearre. Ik tocht, ja dit is! Let it go, lit it los en lit it gean!

De frijheid dy bern fan tsjintwurdich ha om eat sjen te litten oan oare minsken! Geweldich toch! In goeie ûntjouwing fyn ik om it tiidrek ‘Doch mar gewoan dan dochst al gek genôch’ efter ús te litten en te ferfangen troch nei wêz dysels mar, hoechst dy net te skamjen.

No net dat ik mij skamje foar ús optreden doetiids, mar it hie wol justjes oars kinnen, al wienen wij it hichtepunt fan de jûn! Neffens myn mem dan fansels.

maandag 29 mei 2023

Op een mooie 2de pinksterdag....

Tweede pinksterdag is het in Friesland een goed gebruik dat zo’n 15.000 fietsers de 11 steden van onze prachtige provincie rondfietsen.  Dit is al gauw zo’n 235 km! Niet een tochtje dat je zo even uit je mouw schudt, er moet wel degelijk voor getraind worden!

Dat denk ik tenminste, want een fietser ben ik niet echt. Ook nooit geweest trouwens. Dat ik vroeger als 12 jarige dagelijks zo’n 20 kilometer moest fietsen om op school te komen was derhalve niet bepaald mijn hobby. De meest grote fietstocht, op initiatief van mijn vader, was de oversteek naar Noord Holland, naar Schagerbrug om precies te zijn. Met name het geestdodende stuk over de Afsluitdijk staat mij nog voor de geest. Als je die bent overgestoken kun je voorlopig geen zeedijk meer te zien. Zelf op een brommer, wat ik een paar jaar later deed, was het best een geestdodend eind.

Maar terug naar de Elfsteden fietstocht op tweede pinksterdag. Ik heb deze route nimmer gefietst en ben dat ook niet meer van plan, maar toch heeft het een warm plekje in mijn hart.

Mijn vader was een groot fiets liefhebber. Toen hij nog in Limburg woonde heeft hij jarenlang op redelijk hoog niveau aan wielrennen gedaan (zie foto). Jaren later als wij op vakantie bij mijn familie waren, zat ik als klein kereltje bij mijn vader achter op de fiets. Zonder problemen beklom mijn vader met mij achterop de Cauberg. Voorwaar een huzarenstukje, aangezien ik ook toen al gezegend was met een redelijk soortelijk gewicht om het zo maar eens uit te drukken.

Mijn vader is zijn hele leven een echte sportman gebleven. Zo heeft hij tot op de dag dat hij stierf, elke ochtend gymnastiek oefeningen gedaan. Ik doe het hem niet na.

Zo heeft hij ook een tijd bij mij in Witmarsum een groentetuin gehad. Hij had er aardigheid aan om elke keer dat hij kwam (altijd ’s ochtends) de tijd te klokken. De uitdaging  was dan om steeds sneller de afstand Arum – Witmarsum visa versa  af te leggen. Hij vond dat naast een uitdaging ook handig om te weten. Als je druk op je tuin aan het werk bent en je met iets bezig bent, wil je het ook graag af maken. Zo ook mijn vader. Maar hij wist dat mijn moeder, die overbezorgd was, om 12 uur al op de uitkijk stond als hij nog niet thuis was. Eigenlijk was mijn moeder, zonder dat ze dat zelf wist of wilde, degene die de prestatiedrang van mijn vader stimuleerde.

Maar weer terug naar de Elfsteden fietstocht op tweede pinksterdag die, zoals ik al schreef, een warm plekje in mijn hart heeft.

Toen ik nog bij mijn ouders in Arum aan de Van Camminghaweg woonde kwamen de fiets matadoren  bij ons huis langs. Voorwaar een spektakel. Al heel vroeg ging de wekker en werd de focus nar buiten gericht. In mijn herinnering was het meestal mooi weer en werden de opklap zomerstoeltjes in de voortuin gezet. Onder het genot van koffie of ranja en wat lekkers kon je het uren uithouden. Voor mij als kind een evenement wat ik niet wilde missen. Zelfs toen ik niet meer in Arum woonde ging ik op deze bijzondere dag heel vroeg naar mijn ouders om te gaan genieten.

Als wij daar dan zaten voorzag mijn vader ons van commentaar. Dat wil zeggen technisch commentaar. Want naast de fietstijl van de wielrenners werden ook de fietsen voorzien van een  recensie. Als een soort Eddie Merckx zat hij als kenner te genieten. Hij heeft de tocht nooit zelf gefietst, terwijl ik er van overtuigd ben dat hij dat met gemak had kunnen doen . Maar waarom hij dat niet deed? Ik zou het niet weten en kan het hem nu niet meer vragen.

Wel kan ik jullie meedelen dat ik het in ieder geval nooit van plan ben geweest en dit plan ook in de toekomst niet zal opvatten, om deze, soms, barre tocht te ondernemen.


woensdag 1 maart 2023

De Stikel:  De elpee die de muziekwereld veranderde Op 23 ma...

De Stikel:  De elpee die de muziekwereld veranderde Op 23 ma...:   De elpee die de muziekwereld veranderde Op 23 maart is het precies 50 jaar geleden dat het iconische album ‘Dark side of the moon’ van P...

 De elpee die de muziekwereld veranderde

Op 23 maart is het precies 50 jaar geleden dat het iconische album ‘Dark side of the moon’ van Pink Floyd verscheen.  Een album die niet alleen iconische muziek bevatte maar ook verpakt werd in een hoes die de wereld zou veroveren. Voor de band betekende het de doorbraak bij het grote publiek.

Het album werd zo’n 50 miljoen keer verkocht en stond 964 weken in de Billboard verkooplijst. Over het album zijn  boeken geschreven, documentaires gemaakt en studies uitgevoerd. Een indrukwekkend  staat van dienst.

De eerste opnamen voor The Dark Side of the Moon begonnen in juni 1972 in de Abbey Road Studios (waar onder andere The Beatles opnamen) in Londen. Als producer was Alan Parsons (werd later een gevierde popster) ingehuurd. Pink Floyd bestond destijds uit bassist Roger Waters die de meeste nummers componeerde, sologitarist en zanger David Gilmour, keyboards Rick Wright en drummer Nick Mason. De elpee werd in een tijdsbestek van twee maanden opgenomen.  De opnames werd alleen maar onderbroken als Arsenal moest voetballen of Monty Python op tv was.

Toen het album uitkwam waren de heren ‘best tevreden’, niet wetende dat het album bijna duizend weken in de hitlijst zou staan en tot op de dag van vandaag nog steeds verkoopt.


De eerste keer dat ik het album hoorde was in de zomer van 1973, samen met een drietal vrienden. Wij zaten alle vier zeer geconcentreerd te luisteren naar de nummers en vonden het nodig over elk nummer te filosoferen. Ik wist niet wat ik hoorde voor muziek. Ik was bekend met Pink Floyd, met en zonder Syd Barret, maar dit was echt andere koek! Ik heb nadien de elpee nog vele malen gedraaid en elke keer weer genoten, maar de sound ervaring die ik in 1973 beleefde zou ik niet weer hebben.

En wat de muziek op ‘Dark side of the moon’ nu zo sterk maakt is moeilijk aan te geven. Misschien werd het volwassen worden van Pink Floyd duidelijk. Of was het de opbouw van de nummers? Op dat moment werden de nummers echt opgebouwd in de studio, mogelijk gemaakt door de allernieuwste apparatuur. Of waren het de geluiden die voor, tijdens en na de nummers te horen zijn. Denk bijvoorbeeld aan de hartslag, klokken en de kassa. Daarnaast  werd het extra mysterieus gemaakt door steeds opduikende stemmen met bizarre zinnetjes. Wie zal het zeggen.

De hoes van ‘Dark side of the moon’ is een verhaal apart. Het ontwerp voor de hoes was van de Londense ontwerpstudio ‘Hipgnosis’. De twee oprichters van dit bedrijf, Aubrey Powell en Storm Thorgerson, waren ook de bedenkers en makers van de hoes. Een hoes die met Coca Cola en Batman tot ’s werelds bekendste logo’s behoord.  Maar natuurlijk ontstaat zo’n ontwerp niet van het ene op het andere moment. Het mooie is dat er momenteel in het Groninger Museum een tentoonstelling loopt over de ontwerpstudio ‘Hipgnosis’ , onder titel “The art of Hipgnosis”.  

De tentoonstelling neemt je mee in het unieke werkproces van de ontwerpers die moesten werken zonder de hulp van bijvoorbeeld Photoshop. Naast ontwerpen van hoezen van ‘Pink Floyd’, vind je er ook van ‘Led Zeppelin’, ‘Genesis’, Paul McCartney e.a. Maar ja voor mij blijft ‘Pink Floyd’ toch nummer één!

“The art of Hipgnosis” is een must voor liefhebbers van muziek, grafisch design en fotografie en is nog te zien t/m 14 mei 2023. Net stinne mar der hinne!          

                                                                                                                                                       

zondag 22 augustus 2021

 

Sylvia Millecam

Gisteren hebben wij, Pleunie en ik, de expositie ‘Sylvia’ bezocht van de bekende fotograaf Govert de Roos in Hippolytushoef. De expositie geeft een overzicht van de foto’s die Govert van Sylvia maakte. Een heel grote verscheidenheid maar allemaal klasse foto’s.

In zijn expositie annex woonruimte werden wij als oude vrienden verwelkomt, de fotograaf en de musicus die elkaars herinneringen aan Sylvia met elkaar deelden, onder het genot van een bak koffie met op de achtergrond het nummer ‘Sylvia’ van Om’e Noard.

Ik heb in een ver verleden een nummer over Sylvia had geschreven  zonder dat ik haar persoonlijk kende. Voor mij was zij een onmogelijke liefde, dat is ook waar heet lied over ging. Ik kon toen niet bevroeden dat dit lied heel belangrijk zou worden in mijn muzikale carrière.

Toen wij met Om’e Noard bij de NCRV waren om een Friese leader te spelen voor het programma ‘Tsjerkepaad’, vertelde ik dat ik een nummer voor en over Sylvia had geschreven. Toen men vroeg wat Sylvia daar van vond moest ik het antwoord schuldig blijven, ze had het nog nooit gehoord. Het toeval wilde dat één van de aanwezigen het adres had en vond dat ik het liedje met tekst aan haar toe zou moeten sturen. Deze prima raad heb ik opgevolgd  en een paar dagen later ging het lied (op een cassettebandje) met tekst richting Sylvia.  Ik ha dat meerdere mensen verteld, zo ook op mijn werk en toen ik anderhalve week later op een vrijdagmiddag op het werk zat ging de telefoon…..

Ik nam de telefoon op, noemde mijn naam en hoorde aan de andere kant een vrouwenstem die  zei: “Hallo met Sylvia”. Ik was achterdochtig en dacht dat één van mijn collega’s mij een poets wilde bakken, dus bleef even stil, waarop wederom “Hallo met Sylvia” was te horen “Je spreekt met Sylvia Millcam, je hebt mij een bandje gestuurd met een heel lief nummer over mij”. Ik herkende de stem, dit was echt Sylvia Millecam!! Ik schrok en wist amper een woord uit te brengen, waarop Sylvia mij nogmaals vertelde dat zij het een heel mooi nummer vond en blij was dat ik het haar had toegestuurd. Ik wist niet wat mij overkwam en het gesprek was zeker niet één van mijn communicatieve hoogstandjes. Toen het gesprek was afgelopen moest ik dit gpsrek eerst psychisch verwerken: Sylvia Millecam had mij gebeld!

Een tijd later werd Om’e Noard, de band waar in ik speelde in de gelegenheid gesteld om een cd te maken en werd ons aangeboden om van te maken en werd ons aangeboden om van één van de nummers een videoclip op te nemen. In overleg werd besloten om het nummer ‘Sylvia’ hiervoor te gebruiken en wat zou het geweldig zijn als ………….

Ik trok mijn stoute schoenen aan, ik was inmiddels van ons eerste gesprek bekomen, en schreef haar wederom een brief, maar nu met de vraag of ze wilde meewerken aan een videoclip. Ik vond dat vrij brutaal van mijzelf, maar ja, nee heb je en ja kun je krijgen. Een paar dagen later ging wederom de telefoon en hoorde ik wederom “Hallo met Sylvia”.  Maar nu herkende ik meteen haar stem en wist ook beter iets te zeggen. “Ik wil heel graag meewerken aan jullie videoclip, lijkt me hartstikke leuk!”. Wederom was ik er even stil van en heb toen wel eerlijk opgebiecht dat wij als Friestalige popgroep geen groot budget hadden om een videoclip op te nemen. “O maar ik doe het gratis, ik wil er niets voor hebben!”. Ik wist niet wat ik hoorde en heb har geloof ik meerdere keren hartelijk bedankt.

Zo kon het gebeuren dat een maand Sylvia in Amsterdam in har woning vijf voor haar volslagen onbekende Friezen met een filmploeg op visite kreeg. De opnames verliepen voorspoedig, alleen had ik enige moeite met mijn eigen geschreven rol in het liedje.

Ik had in de tekst geschreven dat ik in mijn dromen met mijn arm om haar heen en verliefd naar elkaar starend, door de stad liepen. Zoals geschreven zo gedaan en liepen Sylvia en ik gearmd door Amsterdam. Tot zover ging het goed, maar ik was doodnerveus. Ik liep in marstempo met haar door de stad, waarop zij tegen mij zei: “Wim als je verliefd op elkaar bent loop je niet in dit tempo door de stad”. Uiteraard luisterde ik en deed mijn best om haar aanwijzingen op te volgen. Of dit gelukt is …. bekijk de videoclip maar eens. https://www.youtube.com/watch?v=ZbBzr7Z-1TA&ab_channel=WimBeckers

Maar het maken van de clip had ook nog een ander neveneffect. Voor de opnames had ik een aantal Story’s en Privé’s. Op advies van de filmploeg vroeg ik die op bij de redacties. Bij Story geen probleem, zij stuurden netjes 10 exemplaren. Maar bij het blad Privé ging het net iets anders. Daar werd ik doorverbonden met een journalist die meer wilde weten over mijn relatie met Sylvia Millecam. Ik vertrouwde het niet en ging het overleggen met Sylvia. Die was heel laconiek. “Nee hoor geen probleem, leuk toch als ze iets schrijven.” Zo gezegd zo gedaan en de Privé kreeg een foto van de opnames in Amsterdam. Zo kon het gebeuren dat twee weken later in de Privé een artikel stond met een foto van Sylvia en mij gearmd met als kop ‘Friese zanger verliefd op Sylvia Millecam!’.

Toen de cd werd gepresenteerd ontving Sylvia het eerste exemplaar in theater Romein in Leeuwarden. Dankzij haar kwam Om’e Noard in diverse tv en radio programma’s terecht en werd het nummer ‘Sylvia’ door Leo Blokhuis in één van zijn programma’s een culthit genoemd.

Jullie zullen begrijpen dat toen Pleunie en ik hoorden (met dank aan Arjanne) van Govert de Roos zijn Sylvia expositie moesten wij daarheen natuurlijk. Een geweldig leuke ervaring en een aanrader, maar dan moet je niet te lang wachten.

dinsdag 15 juni 2021

 Pieter uit het zicht!

Het lijkt wel de titel van een spannend verhaal, wat doordrenkt is met allerlei kronkelige gedachten en gemene spelletjes. Een mix van dat alles wat zich afspeelt in allerlei achterkamertjes. Maar nee, was het maar een verhaal. Helaas is het een uit het politieke leven gegrepen feiten relaas, waarvan één persoon de dupe dreigt te worden. En waarom?

Het antwoord op die vraag is in wezen gemakkelijk, zelf voor iemand die wars is van politiek; men vindt de hoofdrolspeler, laten wij hem Pieter noemen, gewoon heel erg lastig, irritant en, tot overmaat van ramp, ook nog eens populair bij de achterban. Want dat dezer eigenschappen van toepassing zijn op onze hoofdpersoon staat als een paal boven water.

Toen Pieter nog in het zicht was schuwde hij de confrontatie niet. Als hij het gevoel had en aantonen kon dat mensen onrecht werd aangedaan ging hij de confrontatie aan, ook al was dat met eigen partijgenoten. Hét voorbeeld hier van is de kwestie van de toeslagenwet, waarbij  veel ouders bestempeld werden als aspirant criminelen die geconfronteerd werden met hoge aanslagen en dito schulden. Onze kritische hoofdrolspeler was één van degene die deze schandalige zaak aan de orde stelde.

Ja en kritiek wordt zeker niet op prijs gesteld. Op enig moment wordt dat weer tegen je gebruikt. Pieter wist dat uit ondervinding, want in 2012 was hij door de partijtop op een schier onverkiesbare 39ste plek gezet op de kandidatenlijst. Het doel was (toen al) duidelijk, om hem op een zijspoor te zetten. Maar helaas voor de snode bedenkers van deze constructie slaagde deze missie niet. Want Pieter kwam met voorkeurstemmen alsnog in de Tweede Kamer terecht.

En ogenschijnlijk werd onze hoofdrolspeler beloond voor zijn kritische gedrag, want hij deed mee aan de verkiezing voor het lijsttrekkerschap van zijn partij. Hij eindigde zeer verdienstelijk, nipt achter de winnaar, op een tweede plek. Het schijnt dat hem toen is toegezegd dat mocht de winnaar zich terugtrekken, hij zou opschuiven naar de functie van lijsttrekker. En de winnaar trok zich terug, maar Pieter werd genegeerd en een andere partijgenoot die wij gemakshalve maar even Wopke noemen (die zich eerder had teruggetrokken) werd de nummer 1. Niemand wist en weet schijnbaar meer van de eerder gemaakte afspraak en/of toezegging. Zo ga je dus om met stemmen van je leden: gewoon negeren! Bij elk normaal bestuur treed een nummer twee naar voren als nummer één, om wat voor reden dan ook, besluit te stoppen. Maar nee, zo werkt het schijnbaar dus niet.

Maar bij de Tweede Kamerverkiezingen kon je er niet om heen en werd men met de neus op de feiten gedrukt: Terwijl voor de rest van de partij de verkiezingen dramatisch verliepen, kreeg Pieter zoveel voorkeurstemmen dat hij alleen al voor vijf zetels zorgde. Je zou toch zeggen dat je een dergelijk lid moet koesteren. Maar de praktijk bleek toch iets anders te zijn.

Vanwege de dramatisch verlopen verkiezingen werd er een intern evaluatie onderzoek opgestart, waarbij afzonderlijke leden (schijnbaar) middels interne memo’s hun licht mochten laten schijnen over de gehele gang van zaken. Natuurlijk mocht ook Pieter zijn mening over de kwestie geven en dat was niet tegen dovemans oren gezegd, zoals blijkt uit zijn interne memo. Want het toeval wil dat net zijn interne memo gelekt werd. De daar in beschreven zaken ‘raze oan de protters’ zoals wij dat in Friesland zeggen. Of zacht uitgedrukt: het was niet best!

Wat ik mij, los van de inhoud, afvraag is hoe het mogelijk is dat deze interne memo van Pieter is gelekt. Er werd al redelijk snel gesuggereerd dat hij dit zelf zou hebben gedaan. Maar dat gaat er bij mij niet in. Want welk voordeel zou hij hier mee hebben gehad? Want als er iemand was die zijn partij op nummer één zette, dan was hij het wel. Ondanks dat hij meerdere keren was tegengewerkt bleef hij immers zijn partij trouw.

Natuurlijk valt er niets te bewijzen, maar het laten uitlekken van de interne memo van Pieter bood natuurlijk wel de ultieme mogelijkheid om hem te laten vertrekken of om hem in een positie te manoeuvreren dat het opzeggen van het lidmaatschap een logische maar ook begrijpelijke stap zou zijn. Pieter uit het zicht en het probleem was verdwenen.

Ik ben wars van politiek en wordt nog dwarser als ik hier verder over nadenk. Het open en eerlijk met elkaar omgaan lijkt in dit verhaal ver te zoeken. En dan zijn er ook nog politici die zich heel serieus afvragen waarom de mensen zich zo vervreemden van de politiek……

Een stikelige warsdenker.

woensdag 2 juni 2021

 ‘Ik wil mijn Donald Duckie terug’

Wie kent dat nummer nog?  Geschreven door Bob Bouber, zanger van de bekende band ‘ZZ en de Maskers’. Het nummer ‘Ik wil mijn Donald Duckie’, uitgebracht in 1969, speelde door mijn hoofd toen ik onlangs een prijs ontving van de Postcode loterij.

In het kader van klantenbinding verrast deze loterij zijn deelnemers regelmatig met een prijsje. De ene keer zijn het stroopwafels, de andere keer Dove en dit keer een (kort) abonnement op een tijdschrift naar keuze.

De keuze was best wel groot. Naast VT-wonen, Libelle, Quest en vele anderen kwam ook de Donald Duck voorbij. Aangezien één van mijn levensfilosofieën is dat je het kind in jezelf moet koesteren, besloot ik te kiezen voor een zes weken durend abonnement op de Donald Duck.

Ik kan er niets aan doen, maar ik heb wat met dat blad. Toen ik nog jong was namen mijn ouders een abonnement op het blad, wat ik (toe ook al) met veel plezier las. Ik kon wegdromen in de fantasiewereld van Walt Disney. Donald, Katrien, Oma, Kwik, Kwek en Kwak werden bekenden van mij. En natuurlijk niet te vergeten Oom Dagobert die, in het toen nog internet vrije tijdperk, zijn geld had opgeslagen in een groot pakhuis, compleet met duikplank, zodat de beste man zo nu en dan, hatseflats,  een duik kon nemen. Massa is kassa zal ik maar zeggen.

Het mooie was dat mijn moeder elk jaar een jaargang liet inbinden. Het resultaat waren dan twee lijvige boekwerken. Zij begon in 1961 en heeft dat jaren volgehouden. Een echt collecters item, al noemde mijn moeder ze zo niet. Deze boekwerken heb ik nog vaak eens gelezen, maar ik was niet de enige, want ook mijn kinderen en kleinkinderen deden dat. Maar het meest werden ze toch gebruikt als er een kind ziek was, dan werd het met liefde uitgeleend. Ik denk dat heel wat kinderen uit Arum, mijn geboortedorp, er plezier aan heeft beleefd.

Maar ja ze zijn door de tand des tijd natuurlijk wel een beetje aangetast natuurlijk. Nou ja, door de tijd, dat is met name mijn schuld geweest. Een aantal jaren stond er ook wekelijks sport tekeningen van Dik Bruynesteyn in. Als het voetballers waren, zeker die van Feyenoord, knipte ik die er uit. Of ik plakte ze in mijn voetbal album, of ik gebruikte ze als onderwerp voor het zogenaamde figuurzagen.

Dus jullie zullen begrijpen dat ik heel blij was met een brief van burgemeester Speksnuit waarin hij mij welkom heet met mijn korte abonnement op het vrolijke weekblad. Ik ga er zeker van genieten, maar of ik ze ga inbinden……….. ik denk het toch maar niet. Maar ik ben wel blij dat ik mijn Donald Duckie, al is het maar voor even, weer terug heb.